Kunstwerk

De geschiedenis van Meeuwen gaat terug tot ver voor de Romeinse tijd (toen er op Hoog-Meeuwen waarschijnlijk een Romeinse halteplaats was). Een klein dorp met een imposante geschiedenis. Deze geschiedenis vormt de basis voor het ontwerp van het beeld. Het beeld is uit vier componenten opgebouwd waarbij elke component een tijdsgewricht symboliseert.

De eerste component is de sokkel, die onmiskenbaar onderdeel uitmaakt van het hele beeld. Deze uit baksteen opgetrokken sokkel is een ruw gemetseld fundament. Het ziet er uit als een overgebleven restant van een heel oud bouwwerk. De sokkel staat symbool voor de oudst bekende en beschreven geschiedenis van het dorp, die van de Romeinse tijd: een boerennederzetting op een stroomrug in de negende eeuw na Chr., die deel uitmaakte van het Frankische graafschap Teisterbant. Deze periode is het werkelijke fundament van het dorp, het gebied toen bekend onder de naam Medua (= weiland) was in gebruik als weidegrond en er zullen wellicht ook kleine nederzettingen zijn geweest.

De tweede component is de hond. Medua groeide uit tot de Heerlijkheid “Mevwen” (of Meduen) met een groot slot dat bewoond werd door ridder Dirk van der Merwede, hoogste gezagdrager in stad en land van Heusden (dat hij tegen overstromingen beschermde door de aanleg van dijken). In de oude kerk van Meeuwen ligt het graf van Dirk van der Merwede, een steen met een reliëf van de ridder met aan zijn voeten een hazewindhond. De liggende hond staat symbool voor trouw en eerlijkheid. De hazewindhond is een verwijzing naar de natuurlijke rijkdommen van het dorp. Vroeger de rijke jachtgronden en nu de vruchtbare landbouwgebieden. De hond ligt rustig op de sokkel maar is wel alert, symbolisch waakt hij over het dorp.

De derde component is het zes-spakige wiel, het symboliseert de eeuwigheid en staat voor de onderlinge verbondenheid met de andere dorpen in het land van Heusden. Ook al was Meeuwen zelfstandig en had het een autonome jurisdictie, zij was toch verbonden met de stad (en het land van) Heusden en met Eethen en Genderen waarmee zij later een gemeente vormde. Die verbondenheid komt nog steeds tot uitdrukking in het huidige wapen van Aalburg.

De opvliegende vogels vormen de vierde component. Het het zijn duiven die verwijzen naar de ondernemers en de dynamiek van het dorp. De Witte Molen van de gebroeders Vos heeft het dorp in de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw een economische prikkel gegeven. Dankzij “de molen” was er voldoende werk en werd Meeuwen wederom op de kaart gezet. Met name door het bij duivenmelkers bekende kweekstation met duizenden duiven, plus de spaaractie op de zakken duivenvoer (om daarmee een postduif uit het beroemde kweekstation te bemachtigen) en het goede ondernemerschap, kreeg Meeuwen landelijke en zelfs mondiale bekendheid. De opvliegende duiven zijn een reflectie van het dynamische karakter van het dorp dat nog altijd een groot aantal zelfstandige ondernemers telt.

Het kunstwerk is te bezichtigen op het marktplein. Het kunstwerk is een initiatief van de kunstcommissie bestaande uit Henk Poelakker en Deny Schop.